Romige curry traybake met geroosterde witloof en dragon

Dit gerecht is heerlijk kruidig en creamy. Geen fan van witloof? Geef het toch een kans! Geroosterd witloof smaakt zoveel beter dan gestoofd, zeker wanneer je het combineert met curry, dragon en een smeuïg roomsausje.

No ratings yet

Romige curry traybake met geroosterde witloof en dragon

Deze snelle traybake maak je met lekkere winterse ingrediënten én je hebt enkel een bakplaat af te wassen! Tip: Vervang de aardappelen eens door stevige groenten, zoals pastinaak of knolselder. Serveer de curry in dat geval met wat rijst.

Soort gerecht: Hoofdgerecht

Voorbereiding: 20

Bereidingstijd: 30

Totaal: 50

Porties: personen

Ingrediënten

Optioneel: appelslaatje

▢ 1 groene appel
▢ enkele handenvol sla
▢ 1 el wijnazijn
▢ 1 el olijolie

Bereiding

Verwarm de oven voor op 200 °C (heteluchtstand). Bedek de bakplaat met bakpapier.
Verwijder het harde uiteinde van de witloofstronken en halveer ze in de lengte. Maak de buitenste bladeren los van de stronken en versnipper ze (gooi ze zeker niet weg, ook niet als er een bruin plekje op zit: dat kan helemaal geen kwaad). Leg op de bakplaat.
Snijd de aardappelen in blokjes van 2 centimeter, schillen hoeft niet. Halveer grote kipstukjes. Voeg beide toe aan de bakplaat.
Meng het versnipperde witloof, de gehalveerde witloofstronken, de aardappelblokjes en de kipstukjes met 2 eetlepels rijstolie, het currypoeder en flink wat peper en zout. Verdeel in een dunne laag over de bakplaat. Schik de stronken met de gesneden kant naar boven.
Zet in de oven en bak 20 minuten of tot de groenten goudbruin kleuren en beetgaar zijn.
Hak de dragonblaadjes grof. Pel de knoflook en verwijder de kern. Meng de plantaardige room, de dragon en de geperste knoflook in een kommetje en kruid met peper en zout.
Haal de bakplaat uit de oven. Verlaag de temperatuur van de oven tot 180 °C.
Overgiet de groenten, aardappelen en kip met de romige saus en zet opnieuw 10 minuten in de oven tot de saus heet is en begint te pruttelen.
Serveer eventueel met een fris appelslaatje erbij. Snijd daarvoor de appel (ongeschild) in blokjes of partjes. Meng met de sla, de wijnazijn en olijfolie en kruid het geheel met peper en zout.