FAQ & mythes

Hebben veganisten een grote kans op proteïnetekort?

Neen, westerse voeding is zeer proteïnerijk. Ook plantaardige producten bevatten meer dan voldoende proteïne. Onder andere granen, pseudogranen (zoals quinoa, boekweit of gierst), peulvruchten (denk aan erwten, linzen, kikkererwten, pinda’s of bonen), noten en zaden en vleesvervangers zoals tofu, seitan en tempeh zijn goede plantaardige bronnen van proteïne. Door dagelijks een combinatie van granen en peulvruchten te eten krijg je voldoende proteïne binnen die samen alle essentiële aminozuren bevatten.

Hoeveel proteïne je dagelijks nodig hebt is sterk afhankelijk van je lichaamsgewicht en de mate waarin je beweegt (officiële aanbevelingen; aanbevelingen voor sporters). Dat voor uitzonderlijke fysieke prestaties veganisme geen probleem vormt bewijzen talrijke voorbeelden van topsporters die hun proteïne uit een plantaardig dieet halen: Patrik Baboumian, Madi Serpico, David Meyer,…

Moeten veganisten vitamine B12-supplementen nemen?

Het is ten zeerste aan te raden als veganist (maar ook als vegetariër, zwangere vrouw, 50-plusser of indien je vitamine B12 moeilijk of niet uit je voeding kan opnemen) een B12-supplement in te nemen. Plantaardige voeding bevat namelijk geen betrouwbare vorm van vitamine B12.

Een doorsnee volwassene kan een vitamine B12-reserve opbouwen voor enkele jaren, maar laat dat geen aanzet zijn om jouw reserve uit te putten! De beste manier om je ervan te verzekeren dat je vitamine B12-reserve en jouw inname voldoende zijn, is een bloedonderzoek bij de huisdokter.

De gevolgen van een vitamine B12-tekort manifesteren zich immers slechts op lange termijn en zijn bovendien drastisch. Een tekort veroorzaakt mogelijk onherstelbare zenuwschade indien het niet op tijd wordt aangepakt.

Vegan B12-supplementen worden geproduceerd door de micro-organismen in een artificiële omgeving te kweken waar geen dieren aan te pas komen. De best opneembare supplementen zijn zuigtabletten en sprays, want deze worden rechtstreeks in je bloedbaan opgenomen.

De twee voornaamste vormen van B12-supplementen zijn:

  1. Cyanocobalamine: een vorm die je lichaam niet rechtstreeks kan gebruiken en nog moet omzetten: dagelijks +- 50 microgram of wekelijks 2000 microgram (bijvoorbeeld Veg1 van The Vegan Society of B12 van Solgar)
  2. Methylcobolamine: een vorm die je lichaam meteen kan gebruiken: dagelijks 1000 microgram (bijvoorbeeld Methylcobalamin van Solgar, Jarrow of Vitabay)

Is Quorn vegan?

Neen. Quorn bevat eiwit uit kippeneieren en is daarom niet vegan. Tegenwoordig brengt Quorn ook wel een aantal vegan producten op de markt. Daarnaast bestaan er voldoende alternatieven. Seitan, tofu, tempeh en sojabrokken zijn bijvoorbeeld wel vegan eiwitbronnen. In veel supermarkten vind je ook vegan tofugehakt van So Fine, De Vegetarische Slager en De Hobbit.

Kan een veganistisch dieet zorgen voor voldoende inname van de nodige voedingsstoffen?

Zeker en vast! Zoals bij elk voedingspatroon is het voornamelijk van belang dat je dieet evenwichtig is.

Voedingsdeskundigen laten meer en meer de oude voedingsdriehoek achterwege en ontwikkelen nieuwe richtlijnen voor evenwichtige voeding. Zo ontwikkelde de universiteit van Harvard op basis van grootschalige, onafhankelijke onderzoeken de Healthy Eating Plate.Ook deze raadt een gevarieerd dieet rijk aan plantaardige voeding aan. Rood vlees en melkproducten spelen slechts een kleine rol of worden zelfs afgeraden, wat er op wijst dat ze alles behalve noodzakelijk zijn voor onze gezondheid.

Drie grote misvattingen zijn dat plantaardige voeding arm is aan proteïne, calcium en ijzer. Over proteïne kan je meer lezen bij de vraag “Hebben veganisten een grote kans op proteïnetekort?”. Plantaardige bronnen van calcium zijn: groene groenten (boerenkool, bok choy, broccoli, spinazie, warmoes, waterkers,…), amandelen en sesamzaad (inclusief tahin), plantaardige melk of yoghurt met toegevoegde calcium en tofu die gestremd werd met calciumsulfaat (staat op de verpakking).

Plantaardige bronnen van ijzer zijn: groene groenten (spinazie, warmoes, bok choy, broccoli…), granen (voornamelijk haver en rijst), soja (tofu, tempeh, sojamelk,…) en andere peulvruchten (erwtjes, linzen,…), noten en zaden en gedroogde vruchten. Plantaardig ijzer is gezonder dan ijzer dat in rood vlees zit maar wordt moeizamer opgenomen in het bloed. Plantaardige ijzerbronnen binnen dezelfde maaltijd combineren met een bron van vitamine C (sinaasappel, paprika, broccoli,…) bevordert de opname. Koffie en thee tijdens of na de maaltijd gaan de opname net tegenwerken.

De voornaamste aandachtspunten voor een veganist zijn vitamine B12 en vitamine D. Het is aan te raden om voor deze twee vitamines zeker voedingssupplementen te nemen. Voor vitamine D kunnen veganisten namelijk enkel rekenen op zonlicht. De combinatie van het Belgische klimaat en het feit dat vele mensen door hun werk weinig buitenkomen zorgt ervoor dat een groot deel van de bevolking hier aan een vitamine D-tekort leidt. Over vitamine B12 kan je meer lezen bij de vraag “Moeten veganisten vitamine B12-supplementen nemen?”.

Natuurlijk kan je altijd persoonlijk meer moeite hebben met het opnemen van bepaalde voedingsstoffen uit je voeding door genetische aanleg, een ziekte of stress bijvoorbeeld. Een bloedonderzoek bij de huisdokter kan aangeven weten welke supplementen jij specifiek nodig hebt of waar je extra op moet letten bij je voeding.

Is regenwoudsoja niet ecologisch slechter dan vlees?

Een van de grootste boosdoeners voor het regenwoud is de vleesindustrie. Grote stukken woud worden weggekapt voor industriële veehouderij en het telen van soja dat zal dienen als veevoeder of biobrandstof. Ook Belgische koeien, varkens en kippen krijgen regenwoudsoja te eten.

Afbeelding: Industriële veeteelt in Brazilië

Bovendien wordt er in de industriële veeteelt zo’n 5 tot 15 kilogram soja en andere granen gebruikt om 1 kilogram vlees te produceren (en dan hebben we het nog niet over de gigantische hoeveelheid water die nodig is). Het zal altijd ecologischer zijn om rechtstreeks planten te eten dan om planteneters te eten.

De meeste merken die je in België kan vinden (Alpro, Provamel, Granovita …) gebruiken bovendien zoveel mogelijk Europese soja en nooit soja afkomstig uit het regenwoud of waarvoor ontbossing heeft plaatsgevonden.

Is soja ongezond?

Neen, soja is niet ongezond (tenzij je er toevallig allergisch voor bent). Toch horen we vaak beweringen dat bijvoorbeeld de fyto-oestrogenen of isoflavonen in soja riskant zijn voor borstkanker of leiden tot hormoonverstoring bij mannen. Die beweringen zijn gebaseerd op een pseudowetenschappelijk ‘kersenplukken’ van bepaalde kleine onderzoeksstudies. Het is beter om te kijken naar de grotere overzichtsstudies of meta-analyses die het wetenschappelijk onderzoek bij elkaar brengen. Zo kunnen we die beweringen dat soja ongezond zou zijn eenvoudig weerleggen.

Er zijn geen aanwijzingen dat soja tot hormoonverstoring (bij mannen) zou leiden (1), dat de fyto-oestrogenen in soja schadelijk zouden zijn (2) of dat soja de schildklierwerking zou kunnen verstoren (3). Mensen met hypothyreoïdie (een tekort aan schildklierhormonen) die soja eten kunnen best ook wat meer zeewier of jodiumzout eten, om voldoende jodium binnen te krijgen.

Er zijn ook geen aanwijzingen van gezondheidsrisico’s van sojazuigelingenvoeding in vergelijking met zuigelingenvoeding van koemelk (4). De babyvoeding van soja bevat extra mineralen en extra methionine om gezonde groei te garanderen. De groei van zuigelingen met soja-babyvoeding is normaal en vergelijkbaar met die van andere zuigelingen. Maar borstvoeding is en blijft nog wel de beste zuigelingenvoeding.

Tegenover deze ongegronde beweringen dat soja ongezond zou zijn, zijn er wel enkele aanwijzingen van gezondheidsvoordelen van soja. Sommigen beweren dat soja het risico op kanker verhoogt, maar er zijn meer aanwijzingen voor het tegendeel. Soja kan vermoedelijk het risico op prostaatkanker (5) en borstkanker (6) verlagen en ook de sterftegraad en het herval bij borstkanker verlagen (7). En er is duidelijk bewijs dat soja de concentratie van schadelijke LDL-cholesterol in het bloed verlaagt en zo het risico op hart- en vaatziekten vermindert (8).

Het is jammer dat er onterechte beweringen over de schadelijkheid van soja de ronde doen, want soja heeft een heel goede eiwitsamenstelling. De biologische waarde van eiwitten in sojamelk is even hoog als die van koemelk. En los van de gezondheidsaspecten is soja landbouwkundig gezien een erg interessante plant omdat ze zelf stikstof kan fixeren en zo de bodem dus kan bemesten. Soja heeft geen stikstofmest nodig.

Meer info over de gezondheidsaspecten van soja vind je hier.

Wat is er mis met eieren van de kippen uit de tuin?

Het kopen van ‘legkippen’, net als het kopen van andere dieren, is op zich problematisch. Door het kopen van dieren steun je een industrie die dieren fokt voor het plezier van de mens, ten koste van het dier zelf.

Wilde kippen zijn vergelijkbaar met andere vogels, ze leggen jaarlijks in de lente tussen 10 en 20 eitjes met het doel om zich voort te planten. De moderne ‘legkip’ is het resultaat van genetische selectie en werd selectief gekweekt om tot 300, bovendien veel te grote, eieren per jaar te leggen. Deze onnatuurlijke evolutie zorgt voor heel wat pijnlijke aandoeningen van de voortplantingsorganen bij de kippen. Bovendien worden de meeste van deze kippen op gigantische schaal industrieel gekweekt. In deze kwekerijen worden de snavels van de fokkippen vaak onverdoofd geknipt en worden de kippen op kleine oppervlaktes – meestal in kooien – gehouden. Kippen die niet meer productief genoeg zijn worden vaak op een zo efficiënt en goedkoop mogelijke manier gedood, net zoals het grootste deel van de ongewenste mannelijke kuikens. Een deel zal worden bijgehouden om nieuwe kippen te fokken, maar het grootste deel zal levend worden versnipperd of vergast.

Legkippen adopteren uit een asiel of redden van het slachthuis kan een goed alternatief zijn, op voorwaarde dat je er de industrie niet financieel mee ondersteunt. Ook in dat geval kunnen we de kippen een onderdak bieden zonder gebruik te maken van hun eitjes. Kippen zijn bijzonder sociale dieren die je zeer gelukkig zal maken met je groenteresten.

Het leggen van eitjes is een zeer uitputtend proces voor kippen – zeker wanneer deze eieren onnatuurlijk groot zijn. In de natuur zullen kippen regelmatig hun eieren opeten (ongeacht of deze bevrucht of onbevrucht zijn) wanneer de omstandigheden bijvoorbeeld niet ideaal zijn voor het opvoeden van kuikens (voedselschaarste, stress, etc.). Op die manier kan de kip een groot deel van de verloren voedingsstoffen opnieuw opnemen. Bij moderne legkippen gebeurt het eten van de eigen eieren bijzonder vaak omdat deze kippen onnatuurlijk veel en grote eieren leggen. Hierdoor lijkt het opeten van een groot deel ervan hen vaak de beste optie. Indien de kippen in jouw tuin dit natuurlijk gedrag niet zouden vertonen kan je de eitjes die ze links laten liggen zelf in hun buurt kapot maken om ze aan te zetten om deze op te eten. Kippen die hun eigen eieren eten zijn gezonde kippen!

Kippen zullen bovendien ook vaak proberen om hun eitjes uit te broeden, ongeacht of deze bevrucht zijn of niet. Ook dat is een natuurlijk gedrag dat je best niet tracht te veranderen of beletten. Omdat we kippen al zo lang uitbuiten dat we het haast als normaal gaan beschouwen is er weinig aanzet tot wetenschappelijk onderzoek over de emotionele leefwereld van kippen. Wanneer je echter even de tijd neemt om kippen te observeren is het niet moeilijk om te achterhalen dat kippen heel sociale wezens zijn met complexe emotionele leefwerelden. Maar ongeacht of kippen de eieren die ze uitbroeden beschermen uit instinct of emotionele band met de ongeboren kuikens, waarom zou je ze ervan beletten terwijl er zo veel alternatieven bestaan voor eieren in de keuken. Bovendien zorgt het wegnemen van eieren die de kip tracht uit te broeden gegarandeerd voor veel stress bij de kip. Hier vind je een interessant en mooi verhaal over de relatie van een kip met haar eitjes.

Veganisten zijn er in elk geval van overtuigd dat elk levend wezen evenveel respect verdient, en dat houdt in dat je andere wezens (en de eieren die ze leggen) niet misbruikt, uitbuit of gebruikt voor je eigen genot of voordeel.

Wat is er mis met melk?

Koeien zijn zoogdieren. Net zoals mensen en alle andere zoogdieren produceren koeien melk voor het voeden van hun jong. Vooraleer een koe melk produceert moet deze koe met andere woorden eerst een kalf ter wereld brengen. Hieruit volgen drie grote problemen:

Ten eerste worden ‘melkkoeien’ zodra ze volwassen worden jaarlijks zwanger gemaakt. Op die manier kunnen ze zo veel mogelijk kalveren op de wereld brengen en melk beginnen te produceren. Om de melkcyclus continu te houden wordt de koe enkele maanden na het bevallen opnieuw zwanger gemaakt. Dit zwanger maken van de koe gebeurt niet op een natuurlijke manier, maar via kunstmatige inseminatie. Op bepaalde plaatsen worden stieren specifiek gekweekt voor het verkopen van hun zaadcellen. Deze worden vervolgens kunstmatig geïnsemineerd bij de melkkoeien. Een enorm welzijnsprobleem zowel voor koeien als voor stieren.

Een tweede probleem zijn de kalfjes. Van zodra de kalfjes worden geboren worden ze meteen bij de moeder weggenomen. De kalfjes krijgen namelijk zelf een melkalternatief te drinken, want de melk van hun moeder wordt volledig voor menselijke consumptie gebruikt. (Met uitzondering van het colostrum, de eerste melk die gevormd wordt. Deze wordt meestal bij de moeder weggenomen en via een papfles of emmer aan het kalf gevoed.) Deze scheiding is voor beiden traumatiserend. De koeien loeien daarom ook vaak nog wekenlang na de scheiding. De mannelijke kalveren, bedoeld voor de vleesindustrie, worden meteen opgesloten in kleine hokken waarin ze zich amper kunnen omdraaien. Door het gebrek aan beweging kunnen hun spieren zich niet normaal ontwikkelen, wat zorgt voor mals kalfsvlees, maar verschrikkelijk pijnlijk is voor de kalveren. Bovendien krijgen ze ook een ijzerarm melkalternatief te drinken waardoor het vlees roos zal worden. Na 3 tot 6 maanden op een dergelijke manier te worden mishandeld worden de kalfjes naar het slachthuis gestuurd. De vrouwelijke kalfjes zullen voor het grootste deel zelf ook melkkoeien worden. Zij zullen in sommige gevallen ook opgroeien bij hun moeder of allemaal samen in een stal. In zo’n geval krijgen de kalfjes dan vaak een neusring met prikkels zodat ze geen melk zouden kunnen drinken bij hun moeder of niet bij elkaar proberen te zogen. Jonge zoogdieren hebben namelijk allemaal een zooginstinct, bij gebrek aan hun moeder trachten de kalfjes dan maar bij elkaar contact en affectie te vinden.

Het derde probleem zit in de productieverhoging. Een koe produceert normaal gezien genoeg melk om haar jong gedurende 10 maanden te voeden. De hoeveelheid melk die een koe produceert is echter meer dan verdubbeld over de laatste 40 jaar. Een moderne melkkoe produceert meer dan 8000 kg melk per jaar. Om steeds meer en meer melk te kunnen produceren werden koeien selectief gekweekt, eventueel hormonen toegediend, steeds meer gevoed en vaker gemolken. Deze gigantische melkproductie is echter enorm uitputtend voor de koe. Overgewicht, te hoge melkproductie en genetische verzwakking door kunstmatige inseminatie zorgen voor heel wat aandoeningen bij de melkkoeien: mastitis, een pijnlijke ontsteking van de melkklieren, maar ook cysten op de eierstokken, problemen aan de benen door het meedragen van het zware gewicht en algemene verzwakking en grotere vatbaarheid voor ziektes. Dit alles zorgt ervoor dat de koeien snel uitgeput raken en niet productief genoeg meer zijn voor de boer. Een koe wordt normaal gezien ruim 20 jaar oud, maar in de melkindustrie worden ze reeds na 4 of 5 jaar naar het slachthuis gestuurd. Een laatste stresserende en traumatiserende reis in hun reeds verschrikkelijke leven.

Dit proces is natuurlijk gelijkaardig voor de andere zoogdieren waarvan mensen de melk drinken, zoals geiten en paarden. Bovendien is er weinig verschil tussen de gangbare melkindustrie en de biologische melkindustrie. Ook in de biologische melkindustrie worden de mannelijke kalveren opgesloten en geslacht en de koeien na enkele jaren naar het slachthuis gestuurd om plaats te maken voor productievere, jongere koeien.

Deze gruwelijke praktijken komen natuurlijk deels voort uit het feit dat melk zo’n grootschalige industrie is geworden. Maar het geldt evenzeer voor kleinere boerderijen, waar koeien misschien voor de rest wel goed worden verzorgd, dat de melk die ze produceren voor hun kalf bedoeld is. Hun melk gebruiken is de koeien uitbuiten.

Bronnen: