Inspirerend verhaal: interview met Pascal Depuydt van Veggiebel
Het verhaal van Veggiebel is een verhaal van uitersten: oprichter Pascal Depuydt komt oorspronkelijk uit een slagersfamilie, hij was de vijfde generatie, maar maakte twee jaar geleden de beslissing om over te schakelen naar vegan. Niet alleen zei hij de slagerij vaarwel, daarnaast startte hij ook nog eens zijn eigen lijn van vegan vervangproducten. Hij doopte het bedrijf ‘Veggiebel’, en vandaag staan zijn producten in de rekken van vele winkels.
Toen ik Pascal’s verhaal voor het eerst hoorde, was de eerste vraag die in mij opkwam: “Hoe kom je als slager in godsnaam in contact met veganisme?” Niet bepaald een vanzelfsprekende verandering als je ’t mij vraagt. Tijdens ons gesprek was dat dan ook vraag nummer één. En wat blijkt? Pascal’s vrouw komt uit een familie van veganisten. Aha, vandaar. Ver moest hij de inspiratie dus niet gaan zoeken. Wel geeft hij eerlijk toe dat hij er in het verleden meer dan eens mee gelachen heeft.
Desondanks is ook bij hem uiteindelijk het besef gekomen dat hij een alternatief zou moeten vinden voor zijn geliefd vlees.
“Reeds tien jaar geleden voorspelde ik dat vlees op termijn vervangen zou moeten worden. Niemand geloofde mij, behalve één persoon: mijn vader. Hij was het met mij eens dat vlees steeds meer stoffen bevatte die daar niet in thuishoorden. Het wordt langs alle kanten bewerkt, en uiteindelijk verwaarloos je zo de grondstof. Dat is iets dat niet strookt met mijn filosofie: voeding moet puur zijn, en enkel ingrediënten bevatten die zo terug te vinden zijn in de natuur. Ook mijn vader wist toen al dat er na een tijd geen deftig vlees meer te vinden zou zijn.”
Pascal vertelde dat hij het altijd al moeilijk heeft gehad met het slachten van dieren. Vanbinnen wist hij dat er iets niet klopte. Na bijna een decennium van twijfels hakte Pascal twee jaar geleden dan toch de knoop door.
“Ik voelde mij zeker genoeg van mezelf om de overschakeling te maken. Ik heb de slagerij overgelaten en alle slachthuizen en dergelijke gesloten om mij volledig te kunnen concentreren op veganisme.”
Hij vergelijkt zijn eigen verhaal met dat van een transgender. De manier waarop een transgender beseft dat er iets niet klopt en uiteindelijk na jaren van ongemak en twijfel zich bevrijd voelt door de wissel te kunnen maken naar het andere geslacht, zo is ook Pascal van slager naar veganist getransformeerd. En daar voelt hij zich veel beter bij. Daarom ook dat aandacht voor de dieren zo hoog op zijn lijstje van voordelen staat.
Voor Pascal was het grootste probleem tijdens zijn overschakeling van vleeseter naar vegetariër/veganist het vinden van vervangproducten die hem voldoening gaven en die zijn honger konden stillen. Daarom creëerde hij zijn eigen producten die, naast de juiste energie value, ook nog eens écht lekker waren.
Als eerste ging Pascal kijken wat er reeds te verkrijgen was op de markt. Daarbij hanteerde hij als het ware de visie van een voedingsingenieur: uit wat zijn deze producten opgebouwd? Bevatten ze voldoende eiwitten, vitaminen, mineralen? Bevatten ze niet te veel vet en suiker?
Naast deze energie value (een term waar Pascal veel waarde aan hecht) was ook de smaak een heuse puzzel. Zijn conclusie? Het kon zeker beter. En daar wilde hij voor gaan zorgen.
Zijn voorgaande ervaring zorgde ervoor dat hij snel recepten kon bedenken. Hij is ervan overtuigd dat wat hij lekker vindt, vleeseters ook zullen kunnen appreciëren. De smaak zou dus zeker goed zitten. Maar even belangrijk is de voedingswaarde van zijn producten: met veel trots vertelde hij mij dat ze naast vegan ook glutenvrij, suikervrij, laag in vet en hoog in eiwitten zijn. Ik vroeg hem waarom hij hier zoveel belang aan hecht.
“In je leven moet je altijd een doel kiezen waar je je goed bij voelt. Reeds in de slagerij waren wij van het principe dat al onze producten natuurlijk moesten zijn. We stonden bekend als één van de eerste en enige glutenvrije producenten in België. Die trend zet ik graag verder door gezonde en goede grondstoffen te gebruiken die honderd procent biologisch zijn. Mijn producten hebben ook dezelfde energie value als vlees: hoog in eiwitten, laag in vetten en voldoende koolhydraten door het gebruik van peulvruchten als vleesvervanger. Onze recepten zijn zo opgebouwd dat het niet nodig is nog bijkomende vitaminen in te nemen. Wij werken ook als enige producent met peulvruchten, in tegenstelling tot bijvoorbeeld zonnebloempitten en dergelijke die veel vet bevatten. Veganisme is soms zo commercieel gericht dat het niet meer gezond is. Hier bij Veggiebel focussen we op zowel gezondheid en smaak, in plaats van commerciële winst.”
Onder die filosofie bouwde Pascal zijn bedrijf verder uit. Hij maakte al bestaande dingen beter en gezonder. En dat heeft hem geen windeieren gelegd: vanaf mei zullen zijn producten ook verkocht worden als sportvoeding voor atleten.
“Ik heb dat niet zelf uitgevonden. Ik werd gecontacteerd door een dokter uit de sportwereld die onder de indruk was van mijn producten en de voedingswaarden ervan. Door de gezonde samenstelling blijft er geen residu in de spieren hangen waardoor krampen voorkomen kunnen worden.”
Momenteel zijn de Veggiebel producten verkrijgbaar in 84 winkels binnen België, maar toch heeft ons landje nog een lange weg te gaan. Het is zelfs zo dat Veggiebel het in vele andere landen beter doet dan bij ons. Verschillende landen in Europa hebben reeds hun interesse getoond, alsook Australië. Volgens Pascal heeft het feit dat ze gecertificeerd vegan, bio en glutenvrij zijn hier zeker mee te maken. Ook landen zoals Roemenië, Bulgarije en Polen zijn grote fan, iets waar ik persoonlijk versteld van stond. Maar volgens Pascal is dat niet meer dan logisch.
“In landen als Polen en Roemenië sta je er alleen voor als je ziek bent. Daar worden de mensen aan hun lot overgelaten, dus ziek worden kost geld. Daarom hechten zij veel meer belang aan hun gezondheid. Als je hier in België een te hoge cholesterol hebt neem je daar een pilletje voor, dus hier is dat veel minder het geval.”
En dat is niet de enige reden waarom België achter staat op veel andere landen:
“In Nederland is er een wet goedgekeurd die stelt dat er vijftig percent minder dieren gekweekt mogen worden, en dat er meer plantaardig gegeten moet worden. Zo’n wake-up call van de overheid is wat wij ook nodig hebben. En Duitsland haalt bijvoorbeeld alle vegan producten uit de rekken die te veel vet of te veel suiker bevatten. Want bio en vegan is niet hetzelfde als gezond, iets wat veel mensen nog niet snappen.”
Als laatste polste ik naar Pascal’s toekomstplannen. Hij moest lachen: “We zijn nog maar net begonnen!” Wel kon hij mij vertellen dat hij in juni een contract tekent met een wereldbedrijf waardoor zijn producten in 43 landen als privélabel verkocht zullen worden. Welk bedrijf dat is moet voorlopig nog een geheim blijven… Maar ik kan je garanderen dat je er sowieso al eens van hebt gehoord. Niet slecht voor een bedrijf dat met zijn twee levensjaren nog maar in zijn kinderschoenen staat.
Maar ik moet eerlijk zeggen dat met een man als Pascal aan het stuur dat niet moeilijk te begrijpen is. Zelden heb ik iemand met zoveel passie over iets horen praten. Pascal heeft een duidelijke visie en houdt hier stevig aan vast. Hij snijdt geen hoekjes af om gemakkelijker verder te komen, hij maakt geen compromissen voor winst. Hij doet het volledig op zijn eigen manier, één waar hij zich goed bij voelt en waar hij zich voor de volle honderd procent achter kan zetten. Gezond én lekker, daar gaat hij voor. Puur natuur en volledig biologisch. Geen gefoefel.
Twee jaar geleden zijn bij hem de ogen geopend, en ik heb zo het gevoel dat er dankzij hem nog velen zullen volgen.
Door Kaat Verlent