Verwarm de oven voor op 180° C en bekleed een ovenplaat met bakpapier.
Doe de amandelpasta, kokosbloesemsuiker, dadelstroop, aquafaba, het vanille-extract en een snuifje zout in een kom en meng alles goed door elkaar met een spatel of lepel.
Gebruik een andere kom om het amandelmeel, havermeel, de baking soda en kaneel te mengen.
Voeg de droge ingrediënten toe aan de natte ingrediënten en roer tot een stevig deeg.
Mix ondertussen wat kaneel en kokosbloesemsuiker in een aparte kom.
Verdeel het deeg in 8 à 10 porties en draai er balletjes van. Rol de balletjes door de kaneelsuiker en leg ze een voor een op de ovenplaat. Druk ze voorzichtig plat met de achterkant van een lepel en strooi eventueel de rest van de kaneelsuiker over de bovenkant.
Zet de plaat in de oven en bak de koekjes gedurende 8-10 minuten, tot ze goudbruin zijn en licht gebroken. Let op! De koekjes worden niet krokant! Haal ze dus echt na 10 minuten uit de oven.
Laat de koekjes 10 minuten afkoelen voor je ze van de bakplaat haalt.
Bewaar de koekjes in een luchtdichte doos op kamertemperatuur.