Interview met Jo-Anne McArthur

Op zaterdag 17 oktober was de Canadese met awards bekroonde fotojournaliste, auteur en vegan activiste Jo-Anne McArthur te gast in Gent. BE Vegan nodigde haar uit om te komen vertellen over de verhalen van de dieren die ze ontmoet en fotografeert voor haar ambitieus We Animals-project en over de activisten over heel de wereld die deze dieren helpen.

Maar liefst 130 geïnteresseerden kwamen ontroerd en geboeid luisteren en dankzij een bakesale kon aardig wat geld ingezameld worden voor We Animals.

Voor diegenen die er niet bij konden zijn is er gelukkig nog een exclusief interview!

– Kan je ons een beetje vertellen over het We Animals project en hoe het allemaal begon?

Ik was reeds fotografe toen ik besefte dat een bepaalde groep dieren nooit op beeld werd vastgelegd. We zien veel foto’s van huisdieren en wilde dieren, maar er is ook die andere groep, die onzichtbare dieren waarmee we een bijzonder hechte band hebben. We eten ze, we dragen ze, we gebruiken medicatie die op hen werd getest. Maar we zien hen niet. En dat is het We Animals project, het gaat specifiek over deze dieren. Ondertussen ben ik me al een 15-tal jaar bewust van deze groep dieren en documenteer ik hen dicht bij huis, maar ook verder weg. Met dit project ben ik in 45 landen geweest.

– Wat hoop je te bereiken met dit project?

Ik heb eigenlijk geen groots doel. Ik denk dat het me zou ontmoedigen. Ik wil gewoon mensen bereiken, persoon per persoon. En in wezen deze dieren die onzichtbaar zijn in onze levens zichtbaar maken. Mensen ertoe brengen om hen te zien, om niet weg te kijken en om liefdevollere beslissingen te maken in hun consumptie- en leefgewoonten. Het komt iedereen ten goede wanneer we liefdevollere beslissingen maken, vooral de dieren.

– Zoals je reeds zei worden er inderdaad heel veel foto’s getrokken van dieren. Maar jouw foto’s zijn echt heel uniek, je slaagt erin om de persoonlijkheid van elk individu vast te leggen. Hoe bereik je dit resultaat?

Het duurde een tijdje om te leren betere foto’s te nemen van dieren. En wanneer ik fotoworkshops geef verwachten de deelnemers een heleboel uitvoerige beschrijvingen van wat

ze moeten doen, maar het belangrijkste is gewoon om dichtbij te komen en een band te scheppen. We fotograferen dieren vaak van te ver weg, vanuit een menselijk standpunt. Maar als je je even bukt en contact maakt met hen, zachtjes dichtbij komt, dan weet je dat ze naar je kijken. En dat betekent dat ze in mijn lens kijken, en dat ze dus naar eender wie kijken die naar de foto kijkt, dankzij het oogcontact. En we kunnen naar dieren kijken zoals we dat vaak doen wanneer we naar foto’s kijken, we objectiveren hen door naar ze te staren. Maar als je dichtbij kan komen en een band kan scheppen, dan is er iemand die terugkijkt, alsof er iemand in het beeld zit. En dat is wat ik probeer te doen met mijn foto’s, te laten zien dat er in het beeld iemand zit met bewustzijn en intelligentie. Iemand die terugkijkt en gevoelens heeft, die geeft om hun eigen leven en de wil heeft om te leven. Het is ook niet enkel belangrijk om een band te tonen, maar ook een context. Dat zijn mijn beste foto’s, beelden waar we een band scheppen met het dier, maar we ook met een groothoekobjectief de situatie op de achtergrond tonen, waar het dier leeft en waar het dier sterft.

– Een heel belangrijk deel van jouw werk is net het blootleggen van de vreselijke manieren waarop we dieren gebruiken en misbruiken over heel de wereld. Hoe ga je om met het bezoeken van die plaatsen en het trekken van zulke hartverscheurende foto’s?

Ja, het is verschrikkelijk, maar ik doe het nu al een lange tijd en ik heb gezonde manieren om mijn emoties te categoriseren. Ik ben dus niet heel de tijd hulpeloos en loop niet heel de tijd met een gebroken hart. Hoewel ik dat vroeger heb meegemaakt, ik heb aan posttraumatische stressstoornis geleden en een aantal depressies meegemaakt, maar ik ben daarvoor in therapie geweest. Ik heb nu geleerd om voor mezelf te zorgen, iets wat alle activisten moeten doen, zodat we een lange levensduur kunnen hebben en kunnen blijven werken voor dieren, en geen burn-out krijgen. Het is moeilijk, maar ik heb veel steun en liefde in mijn leven. En ik kies elke dag om te focussen op verandering en hoop in plaats van te focussen op de hel waarin de dieren leven. Ik ben me volledig bewust van de hel waarin ze leven, zoals iedereen hier waarschijnlijk, maar ik mag mezelf niet toelaten om te lang met die gedachten te blijven zitten, want dan krijg ik gewoon een burn-out.

– En door de dieren en hun leefwereld op beeld vast te leggen help je ze enorm, het bewustzijn dat de beelden opwekken kan de wereld een betere plek maken voor de dieren…

Zeker en vast. En dat helpt me vooruit, weten dat ik een uitlaatklep heb waarmee ik verandering kan teweegbrengen, ongeacht hoeveel lijden ik op beeld moet vastleggen. En ik denk dat het belangrijk is voor activisten om dat ook te hebben, of ze nu willen schrijven of foto’s nemen of iets anders waarmee ze al die horror die ze waarnemen omvormen tot verandering. Ik ben ook niet de enige die de horror moet ondergaan, iedereen die naar mijn foto’s kijkt beleeft het ook. Zelfs gewoon op Facebook zitten tegenwoordig kan echt traumatisch zijn, wanneer we al die foto’s en video’s zien. Dus ja, het is belangrijk om een uitlaatklep te hebben en om het gevoel te hebben dat we de macht hebben om verandering teweeg te brengen. En ik denk dat voor het grootste deel, deel uitmaken van verandering en van het goede hetgene is dat mensen het hoofd boven water doet houden.

– Wat waren de beste momenten tijdens het werken aan dit project?

Er waren veel gelukkige momenten. Want overal waar ik naartoe ga werk ik doorgaans met groepen die werken aan verandering. Ik ben nu al zeven weken in Europa, heb acht landen bezocht en ben naar varkensboerderijen en veemarkten geweest en ik heb veel verschrikkelijke dingen gezien. Maar het zijn vegan groepen en groepen activisten die me helpen om deze zaken te verwezenlijken en me ontvangen, zoals jullie. Ik ben nu in België omdat jullie me hier ontvangen en omdat mensen hier om geven. Ik weet niet hoeveel volk jullie vanavond hadden verwacht, maar er zijn 120 tickets verkocht of zo, dat is gek! Ik ben omringd door hoop en verandering en positivisme elke dag. Dat is fantastisch!

– Ja, de dingen gaan erop vooruit en veel mensen lijken echt aangetrokken tot jouw werk en willen deel uitmaken van positieve verandering…

Mensen houden van verhalen. Ik denk dat mensen ondertussen weten dat ik een verteller ben. En mensen houden van het boek en zien dat het iets uniek is. Natuurlijk helpt de film ook (ter verduidelijking: The Ghosts in our Machine, een documentaire met Jo-Anne als hoofdrolspeler). En mensen houden van helden. Mensen zien me als dat meisje die al dat werk verricht en dat trekt mensen aan. En dat is eigenlijk waarom mijn volgend groot project over vrouwen gaat in dierenrechten. Want historisch gezien zijn er veel meer vrouwen in deze beweging, en het is de moeite waard om dat te vieren. Ik doe wat ik doe omdat ik mensen had om naar op te kijken, zoals Jane Goodall. Ik zag haar zo’n bijzonder leven leiden, dieren helpen en ik dacht: ‘Ik ga dat ook doen, ik wil zoals haar zijn, ik wil zo’n leven’. Met mijn nieuw project, dat over hoop en inspiratie en verandering gaat, wil ik diezelfde kans geven aan mensen die opkijken naar vrouwen. Hun werk tonen, ze in de schijnwerpers zetten en ze grotere helden maken dan ze nu al zijn. Of ze nu onder de radar werken of reeds heel beroemd zijn, het project is een platform voor hen en een manier om mensen te inspireren. Het project gaat bovendien volledig over dierenrechten, het is namelijk gewoon een stiekeme manier om aan dierenrechten te doen, het is niet zoals mijn werk in slachthuizen de afgelopen tien jaar. Het is anders. En mensen worden vaak aangezet tot verandering dankzij hoopvolle verhalen.

– Ik ging net vragen naar jouw plannen voor de toekomst, is er nog meer dat je ons kan vertellen?

Wel nu weet je dat er het Unbound project is. Het heet Unbound – Women on the Front Lines of Animal Advocacy. En We Animals is nu ook een We Animals humane educatieprogramma. Dus werk ik in scholen en reis ik veel om te spreken voor jeugd, fotoclubs of buurthuizen. Het is echt spannend! Verder zal ik ook nog steeds onderzoeken doen. Ik werk nu met veel groepen over heel de wereld, waarbij ik hen help en documenteer wat ze doen. Er zijn zo veel andere dingen dat ik het gewoonweg niet meer kan bijhouden eigenlijk. De toekomst voor mij is simpelweg dit werk voor altijd verderzetten. En hopelijk zullen mijn familie en vriend mijn afwezigheid en werkverslaving blijven tolereren. Maar ik hou echt van wat ik doe en ik zou het nooit veranderen.

– Weet je nog wanneer en waarom je vegan geworden bent?

1 april 2003. Ik was reeds een aantal jaar vegetariër en ik dacht dat veganisme heel extreem was. Maar ik wou stage lopen bij Farm Sanctuary en uit respect voor de dieren moet je daar ter plaatse vegan zijn. Ik dacht: ‘Wel, dat is gek, dat is echt overdreven, maar ik zal het een maand doen omdat het moet’. Maar dan de eerste dag dat ik vegan was had ik in 24 uur niemand leed berokkend en ik voelde me zo goed. Ik voelde me eindelijk helemaal in vrede met mezelf, ik had het gevoel exact te doen wat juist was. En ik wist dat ik nooit meer zou teruggaan. En dan heb ik uiteraard geleerd dat veganisme simpelweg een vredevolle levensstijl is en dat miljoenen dieren doden eigenlijk het extreme is.

– Als afsluiter, welk advies zou je geven aan mensen die zelf activist willen worden?

Het advies dat ik zou geven is gewoon om te doen waar je goed in bent en te doen wat je graag doet. Veel mensen zullen zeggen: ‘Oh, ik heb mensen flyers zien uitdelen, dus ik ga ook flyers uitdelen of protesteren’, maar dat betekent niet dat dit past bij hun persoonlijkheid of vaardigheden. We hebben immers allemaal bepaalde talenten die we kunnen gebruiken om de wereld te verbeteren. Gebruik die, wat ze ook zijn, er zijn miljoenen voorbeelden! En als je het gevoel hebt dat je niet zeker bent van wat jouw vaardigheden zijn kan je fondsen werven voor organisaties die je steunt of een ondersteunende rol spelen voor organisaties die weten wat ze doen. Probeer niet te hard te zijn voor jezelf en doe de dingen met vreugde, het voelt echt goed om goed te doen. Als je dat gevoel bereikt hebt, ben je goed op weg. Als je je niet goed voelt door goed te doen, dan heb je waarschijnlijk iets gekozen dat je niet ligt en moet je even verder zoeken naar wat anders.

Interview door Nathalie.

Bekijk ook: